De nervus vagus
Lieve Jan,
Je hebt het zwaar gehad. Je hebt nooit écht geleerd hoe je omgaat met verdriet — met de pijn die zo onlosmakelijk verbonden is met het leven. Net als toen voelt het nu alsof je geen andere optie hebt dan jezelf terugtrekken, verdwijnen, buiten jezelf staan.
Maar het hoeft niet opnieuw zo te gaan. Je kunt het leren. Je kunt jezelf geven wat je destijds gemist hebt. Geef jezelf de liefde die je zó nodig hebt. Zeg tegen jezelf: ik ben genoeg. Meer dan genoeg.
Omarm je pijn. Kijk ernaar. Draag haar. Verzacht haar. Verzórg haar — en daarmee jezelf. Niemand anders kan dat voor je doen. Niet de mensen die je het meest vertrouwt, niet je partner, je kinderen, je vrienden. Jij hebt jezelf terug te halen. Alle delen van jezelf die je onderweg hebt achtergelaten, in de hoop dat iemand anders ze voor je zou kunnen vasthouden.
Vaak verwarren we dat met liefde van anderen. Maar dit is iets anders. Alleen jij kunt jezelf doorvoelen en geven wat je werkelijk nodig hebt. Dat is een harde les. Maar het is ook de sleutel.
De nervus vagus, de tiende hersenzenuw, speelt hierin een centrale rol. Deze lange, zwervende zenuw loopt van je hersenstam naar je organen in borst- en buikholte, en is essentieel voor rust, herstel en een gevoel van veiligheid. Maar bij oud trauma raakt hij vaak ontregeld. Dan schiet je systeem in overdrive: vechten, vluchten of bevriezen. Je ervaart paniek of onrust — soms zelfs zonder duidelijke reden — en je lichaam vindt de weg naar kalmte niet meer terug.
Misschien herken je het: een brok in je keel, een overslaande stem, een maag die protesteert. Het zijn geen willekeurige klachten. Dit is hoe je lichaam gevaar registreert — ook als het gevaar al lang voorbij is. Maar jouw systeem weet dat nog niet.
Gelukkig is herstel mogelijk. Niet via je hoofd, maar via je lijf. Want je brein gaat dit niet oplossen, hoe slim het ook is.
Een van de krachtigste manieren om de nervus vagus te kalmeren, is via langzame, diepe buikademhaling. Adem vier seconden in. Houd vier seconden vast. Adem dan zes tot acht seconden langzaam uit. Het is de uitademing die je zenuwstelsel geruststelt. Zelfs midden in paniek kan dit je terugbrengen naar nu.
Adem traag in. Adem nog trager uit. Zo vertel je je lichaam: het is oké. Het wás ooit onveilig, maar nú niet meer.
Trauma en hoogbegaafdheid
Wanneer we oud trauma herbeleven, maakt ons brein vaak geen onderscheid tussen wat toen gebeurde en wat nu gebeurt. Zeker bij hoogbegaafde mensen — met een sterk verbeeldingsvermogen, diepgaande reflectie en intense gevoeligheid — kan het brein een herinnering zó realistisch oproepen, dat het lijf en zenuwstelsel reageren alsof het trauma zich opnieuw afspeelt. Dit is geen verbeelding: het autonome zenuwstelsel kent geen tijd.
De grootste valkuil is dat we gaan overidentificeren met die herbeleving. Het brein schiet in een stand van overleven, terwijl we cognitief proberen te begrijpen wat er gebeurt. Vaak ontstaan er dan ruminaties: eindeloos nadenken, analyseren, verklaren. Maar wat we proberen op te lossen met denken, speelt zich af op het niveau van ons zenuwstelsel. Hoe intelligenter en introspectiever iemand is, hoe groter de kans dat ze daarin vastlopen: veel voelen, zonder dat het echt verwerkt wordt.
Bovendien ontstaat er vaak zelftwijfel. "Waarom voel ik dit nog?" of "Ik dacht dat ik dit al verwerkt had." Dit versterkt het gevoel van defectheid of machteloosheid, en houdt het systeem in een staat van alarm. Het lichaam roept om regulatie, maar het hoofd blijft zoeken naar controle. Precies daar ligt het gevaar: het trauma wordt geen verleden tijd, maar een chronisch heden.
Werkelijke heling vraagt dus niet méér denken, maar juist herverbinding met het lichaam, het hier-en-nu, en met een ander. Dat kan dus via ademhaling, beweging, aanraking of co-regulatie. Alleen zo kan het zenuwstelsel ervaren dat het veilig is.
En pas dán kan het brein loslaten wat het zolang vast moest houden.